TIPS VOOR VERSTANDIG STOKEN
> Stook de kachel of haard uitsluitend met schoon, onbehandeld en droog hout in kleine porties.
Voeg regelmatig kleine hoeveelheden toe.
> Maak de haard aan door een paar grote houtblokken schuin tegen elkaar te zetten en leg in het midden kleine aanmaakhoutjes en steek deze aan.
> Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het stoken. Houd de ventilatieopeningen of de roosters in ramen en deuren open.
> Stook het liefst met maximale luchttoevoer (ongesmoord), en stapel het haardhout niet te dicht op elkaar. Zo kan er voldoende zuurstof bij het vuur komen.
> Gebruik nooit spiritus of andere vloeibare brandstoffen om de kachel aan te steken. Dit kan ontploffingen of steekvlammen geven
> Het doven van vuur veroorzaakt onvolledige verbranding en schadelijke gassen. Laat het vuur daarom zo lang mogelijk uitbranden
> Laat het vuur niet onbewaakt achter. Plaats een vonkenscherm voor een openhaard.
> Doof het vuur in de haard niet, maar laat het vanzelf uitgaan.
> Houd kleine kinderen en huisdieren uit de buurt van (open) vuur en laat ze niet zonder toezicht in een ruimte waar een haard brandt.
> Let op de kleur van de rook. Witte of nauwelijks zichtbare rook wijst op een goede vebranding. Donkere rook is een alarmsignaal.
> Maak de open haard niet schoon met een stofzuiger. De stofzak is zeer brandbaar: één gloeiend stukje hout en de stofzuiger brandt.
> Laat minimaal eens per jaar de schoorsteen vegen en controleren.
> Sluit bij een schoorsteenbrand direct de luchttoevoer naar de kachel of haard. Doof het houtvuur met zand. Gebruik geen water, dat kan ontploffingen geven.
> Bewaar de as in een onbrandbare, gesloten bak. Geef dit afval mee met het huisvuil.
> Voorkom ophoping van schadelijke verbrandingsgassen en radongas: ventileer extra als u haardhout stookt in huis, zeker als u een mechanisch afzuigsysteem heeft.
> Stook liever niet op mistige, windstille dagen of bij een temperatuurinversie, wanneer de onderste luchtlagen kouder zijn dan de bovenste. De rook wordt dan slecht verdund.