De juiste manier van stoken
Gebruiksinstructies eerste gebruik van uw houtkachel.
Als u de kachel voor het eerst brandt dient u
deze rustig te branden, zodat de lak kan inbranden.
Bij het eerste gebruik van uw houtkachel kan er door het inbranden
van de lak tijdelijke stank en lichte rookontwikkeling
ontstaan. Deze gaat vanzelf over nadat u de kachel voor het eerst
heeft gebrand.
Het goed laten branden van de kachel en een goede
schoorsteentrek zijn afhankelijk van de wind- en
weersomstandigenheden, uw warmtebehoefte, correcte
aanmaakmethode en goed gedroogd hout. Het vergt soms enige
oefening om uw kachel correct te laten branden.
Gebruik nooit nat of niet goed gedroogd hout. Uw hout dient
tenminste 1 jaar, bij voorkeur 2 jaar afgedekt en droog bewaard te
worden, alvorens dit hout te gebruiken voor het stoken van uw
kachel. Gebruik geen drijfhout, geïmpregneerd hout of spaanplaat.
Hierbij kan giftige rook en damp vrijkomen.
Gebruik de Zwitserde stookmethode voor schoon verantwoord stoken.
Hoeveel as mag er in de kachel
achterblijven?
Laat altijd een laagje van 2-3 cm op de bodem van uw kachel
liggen.
Deze as vormt een isolerende laag net als de stenen aan de zijkant
in de kachel
Het zorgt voor een hogere verbrandingstempertuur en een schonere en
betere verbranding.
Tevens beschermd de aslaag het rooster. De aslade moet moet
regelmatig worden geleegd.
Let
op!
Bewaar geleegde as enige dagen in een speciale asemmer zodat de
gloed in de as goed gedoofd is.
Pas daarna kunt u de as weggooien bij uw afval.